De eerste 14 dagen.

ma 11 juli zijn we exact om 9 uur op pad gegaan. Er was een startlijn gemaakt door Jan en voor we echt konden vertrekken moest Henny het lint doorknippen. We werden uitgezwaaid door Rogier en Marleen, Jan en Map en Marry. In Maarn eerst een mokje koffie gedronken. Daarna kwamen wij langs het huis van Tertia, maar zij was niet thuis. In Langbroek werden wij door Pim en Teuna getrakteerd op een heerlijke lunch met lekkere broodjes. Om 2 uur zijn we via het klompenpad van Gerrit Achterberg (plaatselijke dichter) naar Wijk bij Duurstede gegaan.
Dinsdag 12 juli naar Zaltbommel en woensdag 13 juli naar Vught gelopen.
Donderdag 14 juli was een erg natte dag en kwamen we als verzopen katten in Oirschot bij het Chinese Restaurant terecht. Na het eten waren we weer een beetje opgedroogd en liepen naar het Hotel net om de hoek.
Vrijdag 15 juli naar de Pelgrimshoeve in Vessem, waar we begroet werden door Ginny en Andre vd Berg, zij hebben circa 7 jaar geleden de tocht naar SdC vanuit huis gelopen en konden ons nog wel wat tips geven voor onderweg.
De volgende ochtend via Eersel (lekkere koffie met Brabants-gebak) richting onze 1e Abdij in Postel. Daar aangekomen werd ons verteld dat het gastenverblijf van de Abdij vol was en dat wij daar dus niet konden slapen. Fijn dat er 3 km verderop een hotel staat, waar wel plaats was en waar wij eerst lekker hebben gegeten. Daarna heerlijk geslapen.
Zondag 17 juli op weg naar Kasterlee. Gebeld voor B&B van Vrienden van de fiets (een tip van Pim!!) Daar waren wij bijzonder welkom. Een schitterend groot huis van Janny en Gijs, waarvan de gehele bovenverdieping voor ons was incl. keuken, luxe badkamer en grote woonkamer.
Maandag 18 juli na een goed ontbijt met een motregen vertrokken naar de Abdij van Averbode. Nu wel gebeld en gastenbroeder Theo zou ons ontvangen. Het was daar erg rustig. Wij ontmoetten de ouders van Bart, die 2 jaar geleden in de Abdij is gaan wonen. Fijne gesprekken met hen gehad, waarbij wij enig inzicht hebben gekregen in het leven in een Abdij.
Dinsdag 19 juli na ons 4e stempel in ons Pelgrimspaspoort op weg naar Diest. Heel vroeger was dit een stad van de "Oranjes". Philip Willem, zoon van Willem de Zwijger en Anna van Buren was daar stadhouder. Onze Beatrix is nog steeds Vrouwe van Diest.(Ere-titel)
Woensdag 20 juli een zware etappe van 26 km naar Zoutleeuw. Dan worden de rugzakken wel erg zwaar. Daarom, vandaag donderdag 21 juli, Nationale feestdag in België, een kortere afstand van 16 km gelopen. Onderweg, bij een uitspanning heerlijke cappuccino gedronken. Daar sprak een man ons aan met o.a. de vraag waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gaan. We vertelden hem dat we in Tienen wilden overnachten, waarop hij vroeg of wij al een B&B hadden. Nee, dat hadden wij nog niet. Hij kende wel iemand in Tienen met een B&B en bood spontaan aan om dit voor ons te regelen. Hij pakte zijn mobiel en regelde het even. Noemde waar het was en zei erbij dat wij maar moesten zeggen dat Freddy van het suikermuseum gebeld had. Nu zijn wij in Tienen, de suikerstad, waar onder andere suikerklontjes worden gemaakt.
Tot nog toe heeft Henny 2 kleine blaartjes en Leo niets, de stemming is opperbest, maar de regen moet nu wel ophouden, vinden wij. Temperatuur is goed om te wandelen. De volgende dag afscheid van Jenny (van de B&B) genomen met een hartelijke pelgrims-afscheidskus en als pelgrim gaf ze ons korting op de overnachtingskosten. Wij zeiden dat wij in Santiago voor haar een kaarsje zullen laten branden.
Groeten van Henny en Leo.